Scheiden en eigen huis in de praktijk

Niveau & Doelgroep

De deelnemer beschikt over basiskennis van het huwelijksvermogensrecht en fiscale aspecten hierbij. Deze cursus is bedoeld voor advocaten en andere academisch geschoolde juristen. 

Inleiding

Tijdens deze cursus komt de eigen woning in relatie tot de gemeenschap van goederen en de huwelijkse voorwaarden aan bod. Er wordt ingegaan op kernaspecten van de fiscale regeling van de eigen woning. 

Cursusvorm

De (fiscale) plaats van de eigen woning binnen de gemeenschap van goederen is aan veel veranderingen onderhevig geweest in de afgelopen jaren. Ook de aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen in 2018 is van grote invloed geweest. Tijdens deze cursus worden de meest belangrijke veranderingen behandeld:

• de eigen woningregeling sinds 2013;
• het overgangsrecht volgens artikel 10bis.1 wet IB 2001;
• de eigen woning en de Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen 2018;
• Besluit van de Staatssecretaris van financiën van 14 april 2017 in samenhang met het besluit van 30 januari 2018, waarin het vaststellen van het aandeel in de eigen woningschuld tussen partners centraal staat. 

Geertje Tuinema neemt u aan de hand van een praktijkgerichte casus 'Hans en Sabine gaan scheiden' mee in de behandeling van de eigen woning en toedeling tussen in gemeenschap van goederen gehuwden en gehuwden op huwelijkse voorwaarden. 

Tot slot worden ook de volgende onderwerpen behandeld:

• de behandeling van het eigen woning forfait en de hypotheekrente- aftrek bij echtscheiding met praktijkvoorbeelden;
• het echtscheidingsconvenant en de eigen woning, fiscale aandachtspunten van de Belastingdienst;
• komende wijzigingen in de inkomstenbelasting die invloed hebben op hypotheekrenteaftrek en partneralimentatie en hoe hierop te anticiperen. 

Doelstelling

Na de cursus is de cursist op de hoogte van de ontwikkelingen met betrekking tot de fiscale positie van het eigen huis en de invloed van wijzigingen hierop.